Een heel rustig klasje

De komende weken heb ik twee leerlingen extra in mijn mentor-klas. Allebei afkomstig uit het speciaal onderwijs.

Ietske kan heel erg boos worden, waarbij dan wel eens een ruitje sneuvelt.

Berry is gewoon heel erg druk, vooral als hij vergeet zijn medicijnen te nemen.

Maar het gaat met beiden de laatste tijd erg goed, dus mogen ze het reguliere onderwijs proberen, in mijn klasje VMBO basisberoeps met leerwegondersteuning. Je weet immers pas echt of het kan als je het geprobeerd hebt !

Gisteren kwam Ietske voor het eerst. Aan het einde van de dag besprak ik met haar hoe de dag was bevallen. Nou, het was haar toch wat tegengevallen. De klas was veel te rustig. De klas waar ze normaal in zat was véél drukker. En dat vond Ietske eigenlijk wel gezellig. Dus heb ik haar toch maar even uitgelegd dat mijn leerlingen graag over willen naar de tweede klas en het ook leuk vinden om dingen te leren, waarvoor je natuurlijk wel op moet letten….

Vandaag was Berry aan de beurt. Dezelfde procedure tegen het einde van de dag; hoe was zijn dag bevallen ? Nou, hij vond het heerlijk, de klas was zo lekker rustig, het liefst zou hij gelijk blijven.

Tja, twee leerlingen, twee verschillende manieren van tegen de zaken aankijken. Mijn eerste indruk is in ieder geval positief. Berry was super rustig en deed goed mee in de les. Alleen zat hij daarnet tijdens het opmeten van boomtakken ineens wel erg hoog in de boom, overigens zonder zijn voor het meten noodzakelijke meetapparaatje…

Ook mijn klas klas zelf bekijkt het positief. Berry heeft binnen een dag aansluiting gevonden bij de andere mannen in de klas, dat zal wel met voetbal te maken hebben…

En verschillende van diezelfde mannen zijn helemaal verliefd op Ietske…

Twee jonge merels op mijn hekkie

Zoals je ziet heeft ons zelfgevlochten tuinhekje een magische aantrekkingskracht op vogels. Voor die beestjes is het natuurlijk gewoon een vreemd gevormd struikje, zonder bladeren. Zojuist zaten twee van de drie mereljongen in onze tuin er even op te chillen.

Ze zijn handtam, je kunt ze zo pakken. Een uurtje geleden heb ik er nog ééntje de woonkamer uit moeten zetten. Eerst had de schat geprobeerd om door mijn kamerraam heen te vliegen, maar dat was toch wat hard. Het gaf een enorme dreun. Toen we uitrukten voor de reddingsoperatie vloog ze snel de kamer in. Ze liet zich rustig pakken en vloog daarna weer weg. Misschien zat ze op het hekje net haar hele avontuur aan haar zus te vertellen. Totdat die malloot met zijn digitale toestelletje er aan kwam. Hij maakte ook nog allerlei rare, maar best wel lieve geluidjes.
Uit nieuwsgierigheid toch maar even blijven zitten tot de flits…

Een tuin zonder vogels. Je moet er toch niet aan denken.

De leukste voortplantingstheorie; de preformatieleer

Alle lezers van dit blogje zullen weten waar Abraham de mosterd haalt ? Tuurlijk, lekker hoor, mosterd !

We weten dat spermacellen een soort hittezoekende raketjes zijn die zo snel mogelijk het warmste plekje opzoeken in de vrouw; de eileiders. Daarin komt na de ovulatie net de eicel naar beneden zeilen, dus dat is goed geregeld. De kernen van de eicel en het snelste hittezoekende raketje versmelten en er is weer een nieuw mensje in aanbouw.

Het programmatje dat bepaald hoe dat nieuwe mensje er uit komt te zien is voor de helft geschreven uit het genetische materiaal van de moeder en voor de andere helft uit het genetische materiaal van de vader. Weten we nu. Niks bijzonders.

Nog niet zo lang geleden was er een veel leukere theorie; de preformatieleer. Volgens de wetenschappers in de 17e eeuw waren alle weefsels en organen reeds heel klein aanwezig in de eicel, de spermacel of de bevruchte eicel. Er zat dus in de geslachtscellen al een compleet embryo, met armen, benen, hoofdje en ga zo maar door. Sterker nog, als men door een microscoop naar een spermacel tuurde, dan meende men zelfs dit mini-mensje, de Homunculus te zien zitten.

Als je even verder denkt dan komt het grappige van deze theorie. Want als in iedere geslachtscel al een compleet mensje zit, met alles er op en er aan, dan zitten er ín dat mensje natuurlijk ook weer geslachtscellen. Waarin ook weer kleine mensjes zitten. Zo kun je wel even doorgaan.

Als een soort matrjoschka’s bevatten de geslachtcellen tot in het oneindige niet alleen je kinderen, maar ook je kleinkinderen , klein-kleinkinderen, enzovoorts.

Uiteindelijk zaten volgens de preformatieleer dus ook alle Volkskrantbloggers al heel klein in de eicellen van Eva.

Jullie kwamen me al bekend voor….

Waarom lees ik eigenlijk geen strips meer ?

 


Onsmakelijke reclame

Het was nog even twijfelen vanochtend, ga ik wel, of ga ik niet op de fiets. Het werd wel. Een stevige zijwind, af en toe een druppeltje, geen zaken waar een echte Hollander wakker van hoort te liggen.

Stel dat ik zou geloven in een opperwezen, dan zou ik voor mijn sportieve prestatie zo vroeg in de morgen toch wel een beloning mogen verwachten ?

Verwachtingsvol keek ik dus op het fietspad om mij heen. Elk moment kon ik ingehaald worden door mijn blonde beloning. Ondanks de zijwind zou ik nog een vleugje van haar hemelse parfum kunnen meepikken. Ik hoorde haar nu zelfs al zeer snel naderen….

Dat viel dus even tegen. Een mannelijke wielrenner in vol ornaat, dus met zo’n zwart eitje op zijn hoofd. Strak pakkie, licht blauw, met een andere, wat fletse beige kleur stof op zijn billen. Waarschijnlijk was het pakkie al erg vaak gewassen want de stof was daar wel heel erg dun.

Ik zag niet alleen zijn dérailleur, maar ook duidelijk zijn derrière ! In een boogje over zijn bildécolleté stond met gele letters; ‘Pizzeria Italia’, waardoor in mijn hoofd even kortsluiting ontstond. Toen ontvlamde de gedachte aan een pizzeria waar een koeienvlaai op mijn bord werd geserveerd. Door een lachend klein Italiaantje.

Lekkere reclame zeg.

Wie is de vrijgezel ?

Afgelopen zaterdag liep ik dus in Alkmaar, van boekhandel naar boekhandel, het ruige leven van de vrijgezel. Ergens tijdens de wandeling van Zwaan & Ter Burg naar van der Meulen realiseerde ik me dat er zo weinig mensen alléén door de binnenstad liepen. Iedereen bevond zich in een groepje of was met een partner. Zou iedereen die alleen liep ook vrijgezel zijn, net als ik ?

Dat was nog niet zo makkelijk te beantwoorden, want hoe herken je een vrijgezel ? Met de vrouwen was ik snel klaar; geen flauw idee !

Bij de mannen kwam er wel het één en ander naar boven. De kleding is anders. Vaak net even te. Te netjes. Te slordig. Te smoezelig. Te kleurig.
De vrijgezellen die ik kende bewogen ook wat houterig, bedacht ik me nog. Hoe hoger geschoold hoe vaker vrijgezel misschien ? Beetje type nerd ? Lachen op het verkeerde moment ?
Het eindigde ermee dat ik ging lopen letten op mannen die er uit zagen als Jan Peter Balkenende. Gelukkig kwam ik hem niet tegen.

Thuis had ik het er nog even over met mijn vrouw.
“Jullie hebben op school toch ook zoveel vrijgezellen rondlopen ?”, vroeg ze.
“Ja, een heel groepje, weet je hoe die worden genoemd ?”
“Nou ?”
“De dikke mannen club !”
“Oh, dat komt omdat zaad dat de teelballen niet verlaat uiteindelijk weer door het lichaam wordt opgenomen”, zei vrouwlief met een stalen gezicht.
Dat lijkt me sterk, maar dit is een kans die je niet voorbij moet laten gaan Rami, dacht ik snel.
“Kijk, ik begin ook al weer een beetje een zwembandje te krijgen”, zei ik met een zielige blik, terwijl ik hoopvol met mijn vingers in mijn zij kneep.
“Nee hoor, jij snoept gewoon teveel.”

Jammer, ze had me door….

Ps: ben je op dit moment zonder partner, voel je niet aangesproken, je bent vast geen vrijgezel maar een happy sexy single !

Eindelijk weer vrijgezel

Alleen op pad.
Vandaag loop ik helemaal in mijn uppie door de binnenstad van Alkmaar.
In mijn kielzog géén vrouw.
Ook mijn drie kinderen, de ‘pester‘, de ‘kan niks hebben’ en de ‘verslaggever‘ zijn er niet bij.
Dus ik hoef geen “Hou op” tegen de pester te zeggen.
Met als vast antwoord: “Maar hij begon !”
Waarna ‘kan niks hebben’ zegt; “Hij is al de hele ochtend bezig.”
Gevolgd door: “Maar jullie zeggen er nooit iets van en hij krijgt ook nóóit straf.”
“Okee, vanaf nu doet iedereen weer normaal, anders komt er niemand meer op de computer deze week !”
De twee heren leggen zich er bij neer en de rust keert terug.
Hetgeen zeker vijf volle minuten duurt.
Waarna de ‘verslaggever‘ het hele probleem weer oprakelt en alles weer van voren af aan begint. Ja, ik kan mijn kinderen soms echt missen…

Verder mis ik natuurlijk zinnetjes als; ik moet plassen, ik ben moe, duurt het nog lang, ik heb dorst, wanneer gaan we naar huis, en ga zo nog maar even door.

Ook vrouwlief is er niet bij. Dus geen urenlang bivakkeren voor paskamers. Wat een tijdwinst levert het alleen door het leven gaan op zeg !
Die tijd gaan we eens even nuttig gebruiken. Gedurende een uurtje of drie struin ik alle boekhandels af. Iedere keer als ik er ééntje uitkom moet ik knipperen tegen het felle licht in de buitenwereld. Tussendoor voor het juiste bloedsuikergehalte een ijsje met slagroom bij Laan.
Wouw, dit is lekker !
Het wilde vrijgezellenleven.

Ondertussen speelt het hockeyteam van Hermes, waarvoor ik moest rijden naar Alkmaar een prima toernooi. Als ik de tien en elf jarigen weer op ga pikken voor de terugweg naar Den Helder blijken ze zelfs kampioen geworden te zijn.

Op weg terug naar het noorden, langs het Noord-Hollandskanaal, denk ik nog even terug naar wat één van knulletjes van elf op de heenweg tevreden verzuchtte. Hij was eindelijk weer vrijgezel geworden.

Ik denk dat ik weet wat hij bedoelt.

Kleedkamers en douches

Deze week moest ik terugdenken aan de kleedkamers en het douchen op de lagere school. En niet echt met plezier. Eén van de jongens in de zesde klas was een paar keer blijven zitten en had er al haar op. Dat was voor Loek, zo heette hij, reden om na iedere gymles smalend de rij natte jochies langs te lopen, ondertussen iedereen wijzend op zijn gebrek. Niemand durfde wat terug te zeggen tegen Loek, hij had er al haar op en was dus boven ons gesteld. Maar goed dit soort martelingen wordt de tegenwoordige leerlingen bespaard. Tot groep vier is douchen verplicht. Daarna niet meer, af en toe tot verdriet van mijn neus.

Hier kwam ik in gedachten op, omdat er deze week twee “geintjes” waren met leerlingen van mij in of rondom de kleedkamer bij de sportvelden. Het eerste “geintje” betrof Roy. Toen de klas de kleedkamer in ging kon hij zijn fiets niet op slot krijgen. De sleutel zat onwrikbaar vast in het slot. Dus het maar zo gelaten. Maar toen de klas de kleedkamer na het sporten weer uitkwam bleek zijn fiets wél op slot te staan. Dat reed wat lastig terug naar school. Kortdate Wessel wist gelukkig wel een oplossing, dit soort sloten kon je ook prima open schoppen. Na een paar flinke trappen was het plastic van het hendeltje af getrapt. Na nog even flink doortrappen verdween ook het laatste stukje metaal van het hendeltje, zodat het slot ook met de reservesleutel niet meer bruikbaar was. Mooi opgelost mannen !

Het tweede “geintje” had Wim. Hij kwam stiekum naar me toe, voor we aan de les begonnen.
“Ik heb een mobieltje in de kleedkamer gevonden, meneer.”
“Hartstikke goed Wim, geef maar, dan breng ik hem zo wel naar de conciërge, voor de gevonden voorwerpen.”
Maar dat wou Wim niet.
“Als ik een gevonden mobieltje teruggeef, dan vinden ze me een mietje meneer, ik breng hem wel na de les.”

Het was een roze gevalletje, met allemaal mij onbekende namen.
Nog even geprobeerd door het menu te navigeren, maar het ding begon spontaan te bellen, dus toch maar snel richting gevonden voorwerpen.
Van de conciërge hoorde ik vanmorgen dat er tegen de avond gebeld werd.
Hij bleek niet eens van een leerling van onze school te zijn.
De eigenaresse was wel zielsgelukkig dat hij terecht was.

Het geeft me wel een dubbel gevoel; dat je bang bent om er op aangekeken te worden dat je eerlijk bent.

Daar is het laatste woord nog niet over gezegd….

Om bang van te worden…

Niet dat we nu van die muggenzifters zijn, of moraalridders, maar zoonlief van tien wilden we niet naar Scary Movie IIII hebben.

Geen idee wat voor soort film dat is, de serie schijnt eng én grappig tegelijk te zijn, maar onze ervaring is nu eenmaal dat zoonlief niet al te best tegen enge films kan. Het resultaat is dan meestal dat we om een uur of vier ’s nachts een huilend knulletje aan ons bed hebben staan, niet alleen zielig voor hem, maar ook voor ons.

Daar kwam nog bij dat we in de krant zagen dat de film voor 12 jaar en ouder geschikt was bevonden. Onze conclusie als opvoeders; hij mocht niet mee met zijn vriendje, ook tien jaar oud. Niet makkelijk natuurlijk, maar we hadden een ijzersterk argument; “Je mág er niet eens in, want je bent geen twaalf en je vriendje mag er dus ook niet in.”

Twee dagen laten hoorden we van zoonlief hoe het verder was gelopen.
Het vriendje was samen met zijn vader toch naar de bioscoop gegaan.
“Dat is dan 16 euro, alstublieft”, zei de mevrouw achter de kassa.
“Ja, maar hij is nog maar tien hoor, waarom moet hij dan de volle prijs betalen ?”, vroeg vader.
“Het is een film voor twaalf jaar en ouder meneer, dus dan moet hij ook de prijs voor een volwassene betalen…”

Toen ik dat hoorde brak mijn klomp; de leeftijdsgrens wordt dus niet gebruikt om kinderen te beschermen tegen films waar ze geestelijk nog niet rijp voor zijn, maar om het geldelijk gewin. Je komt gewoon binnen, als je maar meer betaald !

“En hoe vond je vriendje de film”, vroeg ik zoonlief nog vertwijfeld.
“Hij zei dat hij moest huilen in de bioscoop”, was het antwoord.

Biertje ?

Het derde uur geeft mijn stageloopster Mier les. De zon schijnt, dan gaan biologiedocenten in het binnenland vast altijd naar het bos met hun klas. Fijn voor ze. Wij gaan lekker naar het strand. We hebben een leuke opdracht in elkaar gezet en na een korte uitleg springen de leerlingen op de fiets richting Huisduinen. Ze hebben er zin in en gaan best hard. Mier en ik fietsen op ons gemak er achteraan.

Bij Huisduinen gaan we over de dijk heen, naar de eerste strandtent. Daar parkeert iedereen zijn fiets. We kijken eens om ons heen. Mier vindt dat deze biologieles mooi aansluit bij de net afgeronde lessen voortplanting. De dames die om de standtent heenliggen laten een aantal fraaie secundaire geslachtskenmerken bruinen in het zonnetje.

Dan mis ik mis Cas.
“Weet iemand waar Cas is ?”
“Die staat net een biertje te bestellen, meneer !”

Je gelooft je oren niet. Het is elf uur in de ochtend. Cas is veertien.
Ik vlieg de trap op, been met flinke stappen het behoorlijk bezette terras over en storm de strandtent binnen. Daar krijgt Cas net een biertje in zijn handen gedrukt van de barkeepster. In een lullige plastic beker.

“Hier dat bier !”
“Hoezo, ik heb het toch betaald ?”
“Je dacht toch niet dat je in mijn les bier kunt gaan drinken ? Inleveren en terug naar school, melden bij het straflokaal.”
Cas druipt af. Nu pas zie ik hoe vol de strandtent staat.
“Goed gedaan hoor”, zegt de barkeepster tegen mij.

Alsof ze zelf niet had kunnen zien dat ze bier tapt voor een knulletje van veertien.