Mijn dochter verteld mij vast niet alles.
Hoeft ook niet.
Maar over school heeft ze altijd verhalen zat.
Zo hoor je ook nog wel eens wat over collega’s.
Dit keer is het een soort van vergelijkend warenonderzoek.
Eén van haar klasgenootjes heeft iets verzonnen.
Als de docent even wat uitlegt aan iemand, dan zet hij snel een enorme piemel op het bord. Duidelijk wennen al die hormoontjes.
De eerste keer was bij de stoere docent duits.
Die vond het wel lachen en liet hem gewoon op het bord staan.
De tweede keer was tijdens de les van een adjunct.
Die was toch wat preutser, het geval werd snel uitgeveegd.
Tot zo ver de lachende rapportage van mijn dochter.
Vanmiddag zat ik naast mijn vrouwelijke collega wiskunde; vlot type.
“Wat mij nu gebeurde, zet die rare vent van een Nathan ineens samen met Henk een enorme piemel op mijn bord”, vertelde ze.
“Ja, dat hoorde ik al van mijn dochter, dat doen ze op het ogenblik bij al hun docenten.”
Uiteraard wil ik graag weten hoe zij er mee om is gegaan, maar daar hoef ik niet naar te vragen, want dat wil ze graag vertellen; “Dus ik dat ding eens even goed bekijken, zie ik dat die zak niet helemaal symmetrisch is.”
Tja, het blijft toch een docente wiskunde natuurlijk.
“Kom op jongens, hij klopt niet hoor, zeg ik.”
“Op die linkerbal zit veel meer haar dan op de rechter.”
“Weet je wat, vegen jullie even die grafieken en die tabellen weg ?”
“Mooi zo, maar die piemel gewoon laten staan.”
Bij de laatste zin neem ik maar even aan dat ze bedoeld op het bord laten “staan”. Want bij dat woord kun je verschillende associaties hebben.
Piemels staan bij deze blogger trouwens altijd op het bord.
Ze kunnen ook op je bord liggen, alleen lees je dan waarschijnlijk het blog van Marlis en krijg je er een lekker receptje bij.
“Gaan jullie er even bij staan nu, ja draai je maar even om naar de klas”, gaat mijn collega intussen door.
“Mooi zo, en wie staat er nu voor lul ?”
Recente reacties