Feminisme en onze nieuwe brugklassers

Vrouwelijke studenten op universiteiten kiezen nog steeds voor de niet-exacte vakken zoals geneeskunde of psychologie, en niet voor de technische vakken. Ook andere beroepsgroepen, zoals kapper, verpleger, secretaresse en schoonmaker worden nog steeds vooral door vrouwen beoefend. In de wikipedia staat bij feminisme verder nog dat meisjes op middelbare scholen soms nog steeds wordt verteld dat de exacte vakken wellicht te moeilijk voor ze zijn.

Mijn onderwijsmanager houdt een verhaal voor aankomende brugklassers.

Over de sector techniek op de éne locatie.
Over de sector zorg, welzijn en economie, op de andere locatie.
Over de beroepen die daarbij horen.

De leerlingen uit groep acht luisteren aandachtig.
De leerlingen uit groep acht moeten volgend jaar op één locatie beginnen.
De leerlingen uit groep acht moeten dus een keuze maken.

Techniek of Zorg, that’s the question.

“Nu moeten jullie niet denken dat techniek alleen gaat over de bouw of over motorvoertuigen. We hebben ook de richting Techniek & Design, voor als je bijvoorbeeld de reclamewereld in wilt. Dus kiezen voor techniek hoeft niet te betekenen dat je elke avond onder de olie thuis komt…”

Mijn onderwijsmanager probeert meisjes enthousiast te maken voor techniek.
Mijn onderwijsmanager probeert het voorlichting na voorlichting.
Mijn onderwijsmanager probeert het iedere dag opnieuw.

De voorlichting eindigt met de vraag wie met de bus naar de locatie voor techniek wil.

Alle jongetjes staan op.
Alle meisjes blijven zitten.

Iedere dag opnieuw.

Afbeelding van Cor Heilig

Wanneer grijp je in als docent ?

Vanaf de derde verdieping van onze school kijk ik naar beneden.
Op het schoolplein is wat aan de hand bij de fietsenstalling.
De tas van één leerling is afgepakt door een aantal van zijn klasgenoten.
Wanhopig probeert hij de tas terug te krijgen.
Ik kijk, maar grijp niet in.

Als het slachtoffer aankomt bij degene die zijn tas heeft, dan gooit die hem alweer naar de volgende.
Zo gaat dat geruime tijd door.
Ik kijk, maar grijp niet in.

Na verloop van tijd beginnen er ook spullen uit de tas te vallen.
De leerling raapt weer zaken bij elkaar, terwijl achter zijn rug andere spullen al weer verdwijnen.
Ik kijk, maar grijp niet in.

Wel denk ik even; “Deel eens paar flinke tikken uit, dan houden ze wel op.”
Dat kan makkelijk want hij is duidelijk een stuk groter dan de rest.
Maar zo denken vaders, ik ben een docent, die lossen dit soort zaken anders op.
Dus ik kijk verder en grijp niet in.

Uiteindelijk heeft hij zijn tas weer te pakken en hij geeft zijn vriend opdracht die te bewaken.
Zelf rent hij achter zijn laatste eigendommen aan, die er vandoor gaan met een jongen op de fiets. Ondertussen blijkt de”vriend” achter zijn rug de tas alweer aan iemand weggegeven te hebben.
Al met al duurt het nog zeker een kwartier voordat alles verzameld is en de meute luidruchtig op de fiets vertrekt.
Ik heb alles gezien maar niet ingegrepen.

’s Avonds tijdens het eten gooi ik maar eens een balletje op.
“Leuke dag gehad, Rami-zoon ?”
“Ja hoor, hoezo ?”
“Nou ik heb een kwartiertje naar je vertrek vanaf het schoolplein staan kijken..”
“Oh dat ? Dat was geinen !”

Als ik het niet dacht.

Ineens ben je dan zó onzeker….

Vrolijk huppel ik de trap van mijn school af; een keertje op tijd klaar is ook wel weer eens lekker. 

Vandaag ben ik met de auto, want de doos met bingo-spullen moet mee terug naar huis. Die heeft mijn vrouw morgen nodig bij het afscheid van haar stage-klas.

Helemaal onderaan de trap staat Tanja een beetje te hangen.
Die moet ook naar J’dorp, want daar woont ze. Dus vraag ik spontaan; "Wil je een lift richting J’dorp Tanja ?"

"Nee hoor, dank u wel meneer, ik wacht nog wel even een uurtje op de bus…"

Daar zou je toch onzeker van worden ?

The greasy spoon

“Mmmmm, daar zijn de scones.”
“Thank you !”
“Ze zijn nog warm…”
“Wow, wat is dat nou ?”
“Dat zal de slagroom wel wezen ?”
“Nou, dat is dan wel heel erg dik zeg, het lijkt wel stopverf.”
“Het lijkt wel slagroom met boter er door.”
“How fatter how better, was het toch ?”
“Het gaat niet eens van de lepel af.”
“Duw je toch even met je vinger ?”

“Shift, dat is wel erg lekker zeg !”

If you have not tasted a scone with jam and clotted or Devon cream, you have missed out on one of the greatest tastes! These thick creams are absolutely delicious, and are best explained as a cross between ice cream and butter.

Braintraining; hoe oud is jouw brein ?

De jongste heeft sinds kort een Nintendo ds lite met braintraining.
Best een duur ding, helemaal zelf bij elkaar gespaard. Dat ding gaat niet mee naar school, was dus de afspraak, want voor je het weet is hij kwijt of kapot, waarbij de dader op het kerkhof ligt.

Gisteren was hij al een tijdje terug uit school en liep een beetje met zijn ziel onder zijn arm. Wat ongedurig. Beetje verveeld. Hij wilde op de computer, maar zuslief zat er al op voor school.
“Dan ga je toch lekker op je nieuwe Nintendo ?”, vroeg ik hem.
“Nee, geen zin in”, was het antwoord en hij verdween naar boven.
“Die ligt dus nog op school”, analyseerde mijn vrouw haarscherp.

’s Avonds bracht ik hem nog even een kusje voor het slapen gaan.
“Mag ik nog even op je Nintendo braintraining doen ?”
“Nee…”
“Okee, dan niet..”

De volgende ochtend ging hij om acht uur al de deur uit.
Achter zijn rug werden veelbetekenende blikken uitgewisseld.
“Jullie weten heus wel dat mijn Nintendo nog op school ligt”, riep hij in de deuropening verwijtend.

Dat was dus de tweede haarscherpe analyse binnen het gezin.

We hebben helemaal geen braintraining nodig…

VMBO: Onderwijs met een luchtje er aan

Deze dagen loop ik regelmatig met een aantal leerlingen uit groep acht door onze school.
Samen met hun ouders.
Ze komen kijken of het wat is bij ons.
Of het bij ons leuker en beter is dan bij de concurrent.
Of het echt zo slecht is in het VMBO als de kranten schrijven….

Natuurlijk niet !

Neem van mij aan; ze kijken hun ogen uit.
Want we hebben een school die er mag zijn.

Maar eigenlijk wou ik het over iets anders hebben.
Want van heel veel ouders hoor ik hetzelfde.
Dat ze de luchtjes bij ons op school zo lekker vinden.

Hé, hier ruikt het echt naar de kapper !
(uiterlijke verzorging)

Ah, hier wordt vast gelast !
(metaalbewerking)

Ik ruik mijn garage.
(motorvoertuigentechniek)

Mmmm, wat is hier voor lekkers gebakken ?
(verzorging heeft worstenbroodjes voor de gasten gemaakt)

Dat ruikt goed !
(verse koffie in het door consumptief leerlingen gerunde restaurant)

We geven onderwijs met een luchtje er aan.
Lekker.

Onderop liggen

Het allerkleinste meisje van de klas staat naast mijn bureau. 
Tenger, met lang blond haar, blauwe ogen en een klein neusje.
Eén en al onschuld.
Je zou haar makkelijk inschatten als groep acht leerling.

Ze heeft een vraagje; "Meneer, heeft u mijn overhoring al nagekeken ?"
Dat wil ze graag weten omdat ik ongeveer de helft al wel heb nagekeken.
De bijbehorende leerlingen hebben net het cijfer gehoord. De rest van de stapel overhoringen kreeg ik in de les gewoon niet meer nagekeken. 

Eigenlijk vraagt ze naar de bekende weg.
Een beetje plagen mag dus; "Nee, jou heb ik helemaal onder aan de stapel gelegd voordat ik ging nakijken…."
Het antwoord laat niet lang op zich wachten; "Natúúrlijk, meisjes liggen altijd onderop !"

Haar blik maakt héél duidelijk wat ze daarmee bedoelt.
Die kan ze niet van zichzelf hebben.

Even zie ik in gedachten haar moeder precies hetzelfde zeggen.

Michael wil je mij even mailen ?

Is er eindelijk eens een goeie storm, zit je vast in Amsterdam.
Daar schrijf je dan wat over, is Niko toch een beetje teleurgesteld.
Die had liever foto’s van de storm op het strand gehad…
Okee, het is een beetje mosterd na de maaltijd.
Maar toch:

De zee neemt en de zee geeft.

Afgelopen donderdag kwam de zee weer een beetje dichter bij mijn huis wonen.

Michael, wil je mij even mailen ?
Ik heb je laars gevonden.

Toos heeft weer een kerel aan haar broek hangen

Er zit wéér een kerel achter Toos Verhuisdoos aan.
Hij woont bij haar in de flat.
Zelf durfde hij niet op Toos af te stappen.
Dus Toos kreeg het te horen van haar vriendin.
Zo doen ze het op het VMBO immers ook.

“Maar ik ken ‘m niet eens !”, riep Toos.
“Nou, dan bel ik ‘m toch even”, zei de vriendin en voegde de daad bij het woord.
Voordat Toos er erg in had, zat er een keurige man op leeftijd bij haar in huis.
En voordat Toos er erg in had, was de vriendin er vandoor.
Daar zat ze dan, alleen met een onbekende man op leeftijd in haar kamer.
Niet dat Toos zelf zo piep is, de zeventig is al gepasseerd.
En al heel wat vriendjes versleten.

Hij bleek ingenieur weg en waterbouw te zijn geweest.
Toos vond hij zo heerlijk ongedwongen.
Hij wilde wel een avondje met haar gaan stappen.
Naar Marc-Marie Huijbregts.
Daar had Toos nog nooit van gehoord.
Maar Toos dacht; “Waarom eigenlijk niet ?”

Toen het uur U naderde kreeg Toos het steeds meer op haar heupen.
Ze plakte een briefje op de deur van haar vriendin; dat ze niet meer wou.
“Die had dit hele gedoe ook geregeld, dan moest ze het ook maar weer oplossen.”
Maar eenmaal thuis vond ze dat toch ook weer flauw.
Dus snel terug om het briefje er weer af te halen.

Op de avond zelf zat Toos al klaar toen de bel ging.
“Stond hij daar in een lange loden jas, ik dacht dat ik niet meer bijkwam.”
De ingenieur vond dat Toos er prachtig uitzag.
“Ik kon alleen maar denken, als ik maar geen bekenden in de schouwburg tegenkom.”
“Wat denk je, we komen binnen, staat gelijk mijn beste vriendin voor me.”
“Wij helemaal in een deuk natuurlijk.”

Het was een prachtige voorstelling.
Marc-Marie heeft er een fan bij.
Maar ondertussen zat Toos in het donker opzij te gluren.
“Ik keek zo eens schuin naar hem en dacht bij mezelf; néé hoor, echt niet !”

Galant bracht hij Toos naar huis.
Een echte heer.
Toos hoopte nog dat het nu klaar was.
Maar nee….

Hij ging mee naar binnen.
Er kwamen ineens reisfolders uit de lange loden jas.
Volgens de ingenieur moest er besproken worden wat ze met de vakantie gingen doen.
“Hij heeft tot twee uur ’s nachts zitten zeuren over samen op vakantie gaan.”
“En ik dacht alleen maar; donder nou maar eens op kerel.”

Arme Toos, zou je denken.
Maar ze vertelde het schaterend.

Naar bed met je collega

Gisteren hadden we een feest met alle docenten van onze school.
Waar ik het de hele avond over heb gehad ?
Je mag wel even meeluisteren hoor !

Eigenlijk was er maar één vraag die me met verdacht veel belangstelling werd gesteld. Dat kwam vast door donderdagavond.

“Waar hebben jullie geslapen ?”
“Nou, op het perron raakte ik nog even in gesprek met een lotgenoot.
“Ach, beste vriend, als je geen hotel kunt vinden, dan overnacht je toch lekker bij de vrouwtjes ?”
“Nee dank je, daar kom ik net vandaan”, zei ik maar.

“Ja, leuk maar waar hebben jullie nu echt geslapen ?”
“Nou we kwamen uiteindelijk dus aan in dat hotel.
“Zijn jullie goedkoper of duurder dan het Okura ?”, vroeg ik de nachtportier.
“Goedkoper meneer.”
“Van mij kunnen we best op één kamer”, zei ik, goedkoop is het toch al niet.”
“Nee hoor, ik snurk”, zei Sheila (mijn collega).
“Het is misschien wel beter, want als we in één kamer gaan dan moeten we dat de rest van onze loopbaan horen”, leek mij ook wel een argument.
Dus sliepen we die nacht apart.

Volgende gesprek; “En waar hebben jullie geslapen ?”
“Oh gewoon samen op een kamer, Sheila in het bed en ik in het bad.”

Wat verderop in het feest;”Trouwens, waar hebben jullie eigenlijk geslapen ?”
“Met zijn tweetjes in één bed, wat boeit dat, het licht was toch uit.”

Nog een collega en een paar biertjes later; “Waar hebben jullie eigenlijk geslapen ?”
“Oh gewoon bij elkaar, Sheila heeft rood ondergoed, vraag maar na….”
Even later zie ik Sheila druk in gesprek met de betreffende collega.

Vlak voordat ik weg ging kreeg ik nog één keer “Dus jullie hebben samen in één hotel geslapen ?” om mijn oren.
“Wat nou geslapen, ik heb de nacht van mijn leven gehad !”