Teach as you preach

Evolution MegaLab

Mooie verhaaltjes Rami, over dat Evolution MegaLab. Alleen willen we geen verhaaltjes maar daden. Nog voor het blog-interbellum heb ik jullie iets verteld over het Evolution MegaLab; dat het een leuk project is om met leerlingen te doen.

Dus je begrijpt het al; vandaag ging ik aan de slag met slakken en zo’n twintig meiden. De vorige les liet ik ze bij het binnenkomen in de klas een willekeurig blaadje pakken van mijn tafel. Er lagen blaadjes in de kleur van de ondergrond en blaadjes in een veel opvallender kleur. Toen we gingen tellen bleek driekwart van de klas een blaadje gepakt te hebben dat opviel ten opzichte van de ondergrond. Waren het slakken geweest dan had een vogel ze te pakken gehad. De gecamoufleerde beestjes overleven en planten zich voort; zo werkt evolutie camouflage in de hand. Die snapten ze.

Vandaag gingen we na een korte instructie (je had sommige gezichten moeten zien, het leek wel alsof ik ze opdroeg om de weekdiertjes rauw op te eten) op pad. Ik fietste met de groep door het bos en op allerlei verschillende plekken werden groepjes aan het inventariseren gezet. Al snel bleek dat de meeste meiden hun weerzin tegen slakken overwonnen. Er werd gewoon lekker gewerkt; kleuren bekeken, strepen geteld.

En de enkeling die het allemaal echt niet kon schelen – ach die waren even goed even lekker in de buitenlucht.

Kip in trance

Was je klaar met de opdracht, dan moest je verzamelen bij de kinderboerderij. Daar liet één van mijn leerlingen nog even zien hoe je een kip moet hypnotiseren. Op haar rug leggen en lijntjes trekken boven het koppie. Het arme beestje was geruime tijd volledig van de wereld. 

Je begrijpt het; mijn lol in het lesgeven raak ik op deze manier voorlopig nog niet kwijt.

Naakt en geblinddoekt voor de klas

Torso met hoofd

We hebben lang op haar gewacht, meer dan een half jaar. Mijn geduld was bijna op en toen stond ze ineens voor me.

Het leek me leuk om haar even voor te stellen aan mijn klasje vol nieuwsgierige types. Die vonden haar direct al fascinerend, terwijl ik haar alleen nog maar naar binnen droeg. Ze zat zelfs nog in de doos. De spanning liep snel op toen ze meer en meer van zichzelf liet zien. Eerst ontdeed ik haar van een schokabsorberende plastic jas. Daarna moest het papier er aan geloven. Alsof ik een mummie aan het afwikkelen was.

Er ging een schok door het klasje; "Waarom is ze geblinddoekt meneer?"
De vraag klonk angstig. 

Ik bekeek haar nog eens goed. Naakt en geblinddoekt voor de klas, zou dat een nachtmerrie van een beginnende docente kunnen zijn?

Wat later bleek het geen blinddoek te zijn maar een verband.

Torso met hoofd
Torso met hoofd

Teach as you preach

Evolution MegaLab

Mooie verhaaltjes Rami, over dat Evolution MegaLab. Alleen willen we geen verhaaltjes maar daden. Nog voor het blog-interbellum heb ik jullie iets verteld over het Evolution MegaLab; dat het een leuk project is om met leerlingen te doen.

Dus je begrijpt het al; vandaag ging ik aan de slag met slakken en zo’n twintig meiden. De vorige les liet ik ze bij het binnenkomen in de klas een willekeurig blaadje pakken van mijn tafel. Er lagen blaadjes in de kleur van de ondergrond en blaadjes in een veel opvallender kleur. Toen we gingen tellen bleek driekwart van de klas een blaadje gepakt te hebben dat opviel ten opzichte van de ondergrond. Waren het slakken geweest dan had een vogel ze te pakken gehad. De gecamoufleerde beestjes overleven en planten zich voort; zo werkt evolutie camouflage in de hand. Die snapten ze.

Vandaag gingen we na een korte instructie (je had sommige gezichten moeten zien, het leek wel alsof ik ze opdroeg om de weekdiertjes rauw op te eten) op pad. Ik fietste met de groep door het bos en op allerlei verschillende plekken werden groepjes aan het inventariseren gezet. Al snel bleek dat de meeste meiden hun weerzin tegen slakken overwonnen. Er werd gewoon lekker gewerkt; kleuren bekeken, strepen geteld.

En de enkeling die het allemaal echt niet kon schelen – ach die waren even goed even lekker in de buitenlucht.

Kip in trance

Was je klaar met de opdracht, dan moest je verzamelen bij de kinderboerderij. Daar liet één van mijn leerlingen nog even zien hoe je een kip moet hypnotiseren. Op haar rug leggen en lijntjes trekken boven het koppie. Het arme beestje was geruime tijd volledig van de wereld. 

Je begrijpt het; mijn lol in het lesgeven raak ik op deze manier voorlopig nog niet kwijt.

Leerling in nood !

Terwijl ik bij de deur naar de binnenkomende leerlingen kijk, gaat er achter me in de klas ééntje tegen de vlakte. “Meneer, Timo ligt op de grond”, roept een meisje. Nu moeten jullie weten dat Timo eigenlijk altijd wel iets heeft. Eigenlijk ben je meestal de hele les met ‘m in de weer. Dus in eerste instantie is mijn vermoeden dat het een geintje is.

Als ik kijk ligt hij wat vreemd tussen de tafeltjes.
“Timo, wat is er aan de hand ?”
Geen reactie.
Ik tik hem stevig op zijn wangen.
Nog steeds geen enkele reactie.
Wat me opvalt is dat hij nogal warm is en dat zijn ogen voortdurend knipperen, zonder dat ze echt open gaan.
Misschien een epileptische aanval ?

Ik waarschuw een collega. We leggen hem in de stabiele zijligging. Hij is niet groot maar heeft hele zware armpjes en beentjes, blijkt nu.
Een paar leerlingen zeggen dat hij suikerziekte heeft.
Daar weet ik niks van, maar voor de zekerheid wordt zijn dossier gecheckt.
Een collega belt ondertussen de ambulance en zijn ouders, we nemen het zekere voor het onzekere.

Zijn medicijnen liggen klaar in een ander lokaal zeggen een paar leerlingen.
Als ik ze vraag om die op te halen komt er even later een collega met wat pillen.
Ritalin tegen ADHD zo blijkt. Die zijn niet nodig; Timo is zo al rustig genoeg.
Voor het eerst trouwens.

Dan zie ik dat maar liefst drie van zijn klasgenoten met hun mobieltjes het hele gebeuren aan het filmen zijn. Er ligt een klasgenoot bewusteloos en dan is dat natuurlijk je prioriteit. Vanavond is Timo de ster op YouTube, schiet het door mijn hoofd. Daar word ik behoorlijk pissig van. Ik maak vrienden voor het leven door de drie mobieltjes vlak voor een lang weekend in beslag te nemen.
De klas wordt naar de aula gestuurd, een paar collega’s en ik blijven bij Timo achter.

In de verte hoor ik, voor mijn gevoel eindelijk, een ambulance naderen.
We hebben ondertussen een doekje met ijskoud water in zijn nek gelegd.
Timo opent langzaam zijn ogen.
“Weet je waar je bent Timo ?”, vraagt een collega.
“Nee…”
Hij klinkt verward en is moeilijk te verstaan.

De twee ambulanceverpleegkundigen komen binnen.
Ze stellen Timo een aantal vragen en bekijken hem eens goed.
Ze horen het allemaal professioneel aan.
Timo klaagt over zijn benen en armen; die voelt hij niet meer.
“Ga maar even zitten”, zegt de broeder dan ineens.
“Dat kan ik niet”, sputtert Timo krachteloos tegen.
“Ja wel hoor, je gaat nu rechtop zitten, je zult zien dat het wel kan.”

Timo gaat rechtop zitten.
De broeder vraagt of wij even het lokaal willen verlaten, zodat hij even met Timo onder vier ogen kan praten.

Later hoor ik dat Timo tijdens dat gesprek weer onderuit gaat.
Maar dat de broeder hem toen flink in zijn nekspier kneep.
En bleek dat Timo eigenlijk toneel speelde.

Dat knipperen met zijn ogen ?
Gezien in een film.

Timo bleek aandacht te kort te komen en een echt acteertalent te zijn.
Maar de blauwe plek in zijn nek is een duidelijk bewijs dat hij vandaag wel aandacht kreeg.

Bedankt, mannen van de ambulance….

Een berengezellig avondje uit

Gisteravond wezen stappen met mijn mentorklas.
De afspraak was; om half zeven staat iedereen vóór de pizzeria.
Dat hadden we besproken in de klas.
In een brief aan de ouders stond het nog een keertje.

Toen ik aan kwam lopen herkende ik een aantal van mijn leerlingen al uit de verte.
De drukste stond boven op een afvalbak.
Onze karate-expert vertoonde zijn hoogste trappen in de lucht.

“Jongens kom op, een beetje rustig, straks mogen we er niet in.”
“Maar we staan al een uur te wachten, meneer.”
“Dan was je wel heel erg op tijd.”
“Ja, we waren de tijd een beetje vergeten.”
“We dachten al dat het niet meer doorging.”

Op de afgesproken tijd zijn we nog niet compleet.
We wachten nog maar wat langer in de ijzige kou.
Even later blijkt een groep al binnen te zitten.
Via de achteringang naar binnen gegaan….
Gelukkig is mijn fijne collega Henk er ook bij.
Die heeft spontaan besloten ook een hapje mee te prikken.

Het is berengezellig.
Alleen maken beren waarschijnlijk iets minder geluid.
En we missen er nog twee.
Er wordt druk geSMSt met deze vermisten.

De pizza’s arriveren.
We vallen aan.
Mijn hoop dat het geproduceerde geluid nu wat af zal nemen vervliegt.
Gelukkig zitten we in een ruimte wat achteraf.
De dames achter ons vinden het niet erg.
Die hebben evengoed wel lol.
Als ze een keertje hard lachen, valt mijn clubje stil.
“Ja, nu maken wij een keertje herrie”, roept één van de dames.

Als we na een uurtje de pizza’s bijna op hebben arriveren de laatste twee.
“Beetje laat jongens ?”
“Vanmiddag liepen we hier nog vóór de pizzeria, meneer !”
“Maar daar heb je nu niet zo veel aan….”
“Nou, ik lust toch geen pizza.”

Een paar jongens vinden de serveerster wel leuk.
Het maakt ze wat onrustig.
Datzelfde geldt blijkbaar voor haar.
Henk kan nog net zes volle glazen cola ontwijken.

Vervolgens zijn we het erover eens dat het tijd wordt om op te stappen.
Dat merken we aan de stukjes rondvliegende pizza.
Aan de kaarsen die ineens allemaal uit zijn.
Aan de in kragen gestopte ijsklontjes.
En aan de door ons in beslag genomen peper- en zoutstelletjes.

“Jongens, wie wil er nog een toetje ?”
Gelukkig steekt er maar ééntje zijn vinger op.
“Nou ééntje is te weinig om met z’n allen op te gaan wachten”.
“Sms je ouders maar dat je opgehaald wilt worden !”

De volgende dag loop ik op school de laatkomers tegen het lijf.
“Zeker hongerig naar bed gegaan gisteren, mannen ?”
”Nee hoor, we zijn lekker naar de Mac geweest !”

Cyberpesten

“Wie zit er thuis wel eens op het internet ?

Tot mijn verbazing zeggen de meeste leerlingen nooit op het internet te komen.
Al snel blijkt er een addertje onder het gras te zitten.
Ze MSN’nen alleen maar…..

We draaien een lesje over cyberpesten.
De leerlingen hebben een enquête ingevuld die we nu nabespreken.

“Wie wordt er wel eens gepest op het internet ?”
Niemand steekt er een vinger op.

“Wie pest er zelf wel eens iemand op het internet ?”
Drie vingers gaan de lucht in, ik heb hele eerlijke leerlingen.

“Wie is wel eens een vieze man of vrouw tegengekomen op het internet die een afspraakje probeerde te maken of rare dingen met je wou doen ?”
“Ja ik “, roept één van de meiden.
Ze gaat staan en wijst met een lange beschuldigende vinger naar een klasgenoot.
“Dat was Danny, die zei op de MSN ineens; ik heb zin in sex !”
“Dat doe je toch niet, hij was nog niet eens dertien !”

Ik verwacht dat Danny een rood hoofd krijgt maar nee, het wordt spierwit….
Zijn motoriek wordt houterig, de ogen gaan op staren.
“Dat was ik niet”, zegt hij niet helemaal overtuigend.

“Misschien zat je broer even voor de grap op je MSN”, probeer ik hem te redden.
“Ja, mijn broer weet ook mijn wachtwoord”, zegt Danny opgelucht.

De klas houdt zijn twijfels.

Links over cyberpesten