Verdwaald in een dodelijke omgeving

Hoe dicht bij de dood ben jij ooit gekomen ? Begon dat ook zo zorgeloos, zo vanzelfsprekend ? Rami-vrouw was nog zo tevreden met haar net aangeschafte wandelkaart. Sterker nog; ze wist een veel mooiere route terug naar de bewoonde wereld dan de gemarkeerde. Ik twijfelde nog, de kinderen volgden moeder echter blindelings, zonder te weten waar ze in terecht zouden komen.

De tocht ging over smalle paadjes, berg op, berg af. Na enkele uren begonnen we toch te twijfelen. Die afslag terug omhoog hadden we toch al tegen moeten komen ? Gemist dus. Een alternatieve route werd uitgestippeld. Dwars door een bos. Eenmaal daar voelde het niet echt goed. Misschien was het de plotselinge overgang vanuit de zon en de ruimte naar eenĀ duistere en beklemmende omgeving. Het geluid was ook uitgezet. Een dikke laag dennenaalden dempte alles. En er was toch al geen vogelĀ die zich hier liet horen.

Wat opviel was dat alle bosjes en de lagere takken van de bomen vol hingen met flarden wol. Overal waar je keek in het duister zag je wollen spoken. Alleen de schapen zelf, waar waren die gebleven ? Dat werd al snel duidelijk. Overal skeletten. Schapenschedels in de bomen.

Wie had dat gedaan ? Hoe konden er zoveel schapen hier dood zijn gegaan ? Vol vragen trokken we verder. Opgelucht verlieten we uiteindelijkĀ het bos weer. Vooral de kinderen waren gaande weg toch wat wit weg getrokken.

Terug in het licht zag Rami-zoontje iets op zijn spijkerbroek kruipen. Klein maar onmiskenbaar. “Joepie; een schapenteek !”, riep ik. De andere teek op mijn blog is geleend en je streeft er toch naar om nieuwe dingen op het blog teĀ zetten en geen zaken van anderen.

“We zetten ‘m even op de hand van Rami-dochter voor de foto”, leek mij geen slecht idee. Wij Rami’s pakken alles dat leeft immers beet ?Ā De hele familie keek me doordringend aan.

De blikken gingen weer even terug naar het bos vlak achter ons. Vol schapenbotten.

Schapenbotten – schapenteek.
Schapenschedel – schapenteek.

Dat zal toch niet…

“Weet je wat, ik maak het fotootje wel terwijl hij nog op je broek zit”, zei ik, schaapachtig lachend.