Een schelpenketting plakken

Schelpenketting

Bij ons aan de kust leeft een dapper en altijd gewoon gebleven volkje dicht op elkaar. “Samen staan we sterk”, zeggen ze. Om geld geven ze niet, de door hen gemaakte schelpenkettingen geven ze gratis weg.

Ze rijgen die niet, maar ze plakken.
Niet met hun handen, maar met hun voeten.

De voetklier van de Gewone Mossel (Mytilus edulis) scheidt eiwitten uit die in het water verharden tot draden. Deze taaie en elastische byssusdraden zijn bedoeld om de eigen schelp te verankeren, maar je kunt er dus ook een schelpenketting mee maken.

Mosselen

Het verhaal van strandpaal 7 750 HHNK

Strandpaal 7 750 HHNK

Vanmiddag was ik nog even in mijn natuurlijke habitat en zocht een steuntje voor mijn fototoestel. Die was makkelijk gevonden; even verder stond een vriendelijke strandpaal mij enigzins schuin aan te kijken. Hij had zelfs een naam; 7 750 HHNK,  Henk dus.

Want laten we eerlijk zijn; na deze waterschapsverkiezingen ga ik natuurlijk niet meer bloggen over het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Strandpaal 7 750 HHNK NAP

Toen viel mijn oog op een soort van blauwe buttplug, je weet wel, van die Kabouter in Rotterdam. Er stond NAP op. Geen Rotterdam maar Normaal Amsterdams Peil dus. Leuk, was me nooit opgevallen. Best wel ver boven de zeespiegel trouwens, maar dat zou volgens de wiki kloppen.

Strandpaal 7 750 MELVIN

Nog even verder onderzoeken. Ha, Melvin heeft boven het NAP gestaan, zie ik. Kleine voetjes, een klein kereltje. Misschien heeft hij samen met zijn ouders de afgelopen zomer als toeristje hier op het strand rondgelopen. Of tien jaar geleden natuurlijk. Misschien is hij nu wel een vet dope tiener. Melvin, als je dit leest?

Strandpaal 8 000 NAP

Dan heb ik paal 7 750 uit. Dus ren ik snel naar het verhaal van de volgende paal; 8 000.

Die blijkt een gele buttplug te hebben.

Triootje

Ratten trio

Hele nachten zijn ze met elkaar aan het spelen. Deze drie dames maken daarbij zo’n herrie op de slaapkamer van mijn dochter dat wij er een verdieping lager van meegenieten. Tijd voor een statieportret dus, daarvoor moeten ze even verplicht stil zitten.

Boven Suus, rechts Noortje, links Daisy.

Geschilderd door Ramidochter Marijke.

Ramirezi in volleybal tenue

Volleybal tenue

Eigenlijk deed ik gewoon mee voor de gezelligheid. Toernooitje. Bleek ik opeens met mijn team in de elitepool te staan. En zo fanatiek ben ik nu ook weer niet op sportgebied. Dat hadden de leerlingen die kwamen aanmoedigen ook al snel door. Een apart soort fans.

“Meneer Ramirezi, niet met uw armen over elkaar staan!”
“Zag u die bal echt niet aankomen?”

Niet echt, want eigenlijk was ik ergens anders met mijn gedachten. Aan de andere kant van het net stond een jonge dame in flitsend volleybal tenue. Denk ik tenminste. Met kniebeschermers aan.
Die deed me toch ernstig denken aan Lara Croft en zo via een omweg toch ook nog even aan Croisabel. Die is helaas niet zo aktief meer, maar de fijnproevers weten vast nog wel dat zij ooit een Lara Croftje als avatar had.

Mijn eigen tenue mocht er ook wezen, een iewat verwassen shirtje van de school, normaliter in gebruik als pyama. Met een bijpassend rood kort broekje omdat ik verder niets kon vinden. Kleurt ook zo leuk bij mijn hoofd. En oude hardloopschoenen waar zo te ruiken lang geleden iemand in was overleden. Dat zal ik zelf wel zijn geweest.

Vandaag kwam ik mijn jonge fans weer tegen op school. Ze waren “blij dat ik mijn normale kleren weer aan had”.

Ik ook.

De Bandheidelibel

Bandheidelibel

Misschien heb jij dat ook wel eens gehad; iemand herkennen omdat hij zich op een bepaalde manier beweegt? Bij deze Bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum) had ik het eigenlijk andersom. Ik zag ‘m in de verte vliegen en dacht; hé, daar gaat een rode libelle en toch heb ik die nog niet.

Gewoon omdat hij ‘anders’ vloog. Maar hoe leg ik jullie in hemelsnaam uit hoè anders?

Euh, weet je wat; let maar gewoon op die mooie donkere banden op de vleugel, dit is de enige Sympetrum die dat heeft.

Bandheidelibel
Bandheidelibel

Uiterst zeldzame Witstaart Merel

Witstaart Merel

Soms heb je geluk en landt er iets in je tuin waar andere vogelaars al jaren vergeefs naar op zoek zijn. 

Deze uiterst zeldzame Witstaart Merel (Turdus santaclausia) bijvoorbeeld, op ijzige doortocht vanuit het binnenste van de Poolcirkel.

Mijn dag kan niet meer stuk.

Het mensennest

Het weer is er naar; de hele dag in je nest blijven.

Dat woord gebruiken jullie toch ook wel eens?
“Ga naar je nest, het wordt veel te laat” of “oh, die ligt nog in zijn nest te meuren”.

Als er zoiets zou bestaan als een mensennest, dan moet dat toch wel het ouderlijk bed zijn. Het valt mij tenminste op dat puberkuikens graag ons nest induiken, zodra ze de kans krijgen. Iets evolutionairs maakt dat ze zich daar veilig voelen, denk ik. Misschien is het die heerlijke nestgeur van de beide ouders? Geen idee, maar daar liggen ze dan; stilletjes te genieten, in de foetushouding.

Geestelijk helemaal terug in het ei.

Ik voel me bekeken

Heb jij ook wel eens jeuk? Of dat je even flink aan/in/door je neus moet peuteren?
 
Vast wel. Alleen wil je dat niet atlijd doen waar iedereen bij staat. We zijn tenslotte netjes opgevoed. Een mooi plekje zou dus de lift kunnen zijn. Even een paar verdiepingen privacy, zonder al die leerlingen die thuis gaan vertellen waar jij precies jeuk had.

Kijk nu eens goed naar het bedieningspaneel van mijn Otis lift. D’r zit verdorie een klein kijkgaatje. Ja, inderdaad, dat dingetje onderaan. Nu neem ik aan dat er geen speciaal opgeleide Otis-dwerg de hele dag aan de andere kant van het panel de boel in de gaten zit te houden. Ik heb nog wel even gekeken, maar ik zie ‘m  niet. Of hij duikt snel weg natuurlijk. Er zit wel iets achter dat  een camera zou kunnen zijn. Dan zit er iemand van het 24 uur per etmaal alerte Otis bewakingsteam mij te observeren. Op zijn breedbeeld. Peutert ook niet lekker.

Zal ik ‘m afplakken? Ach, misschien is het wel iets anders.

Wie weet wat?

De Struisvogel Piet en de Kippen Piet

Vanmiddag in Den Helder, twee bijzondere Pieten die het verdienen even in het zonnetje te staan.

Hoezo leerlingen kunnen niet rekenen?

Rekenen onvoldoende, kopte de Volkskrant afgelopen augustus. Het artikel ging over de strijd tussen de aanhangers van het ‘realistische’ rekenonderwijs (ontwikkeld door het Freudenthal Instituut) en de klassieke sommenmakers. Er stond een zin in het artikel die ik niet was vergeten; volgens de inspectie behalen oudere mannen voor de klas betere resultaten met rekenen dan jongere docenten.

Die zin doet mij denken aan mijn wiskunde docent Hendrik. Die zou je qua aantal jaren onder de omschrijving “oudere man” kunnen laten vallen, maar dat weerhoudt hem er niet van om altijd druk te zijn met nieuwe manieren om onze leerlingen iets bij te brengen. Zo ging het vandaag over gemiddelden, waarvoor Hendrik alle smarties in de wijde omtrek had opgekocht.

Zelden leerlingen zo enthousiast bezig gezien met rekenen. Ze kregen een opdracht, maar verder geen enkele extra uitleg. Tenminste; niet gratis. Aanwijzingen mochten ze kopen – voor smarties. De grap is natuurlijk dat je veel hulp kunt kopen, maar dan weinig of geen smarties meer overhoudt om op te eten aan het eind.

Toen ik door het lokaal liep was er al snel een groepje dat mij iets wilde vragen. Met mijn advies verdiende ik maar liefst één kleine rode smartie. Hendrik liet lachend weten dat hij vier smarties in rekening bracht.

Zie je wel dat die leerlingen kunnen rekenen.