Mannen en Muizen in de sneeuw

Ramizoon Roeland is weer in het land, terug uit de sneeuw. Zojuist hebben we samen de hoogtepunten van zijn weekje weg bekeken. Ik moest vooral benadrukken dat het altijd goed ging, dat schansspringen. Alleen niet op het moment dat de camera aanstond. Tja, zo werken die dingen.

Hij scoorde ook nog een (Spits?) muisje in de sneeuw – dat was voor Rami weer even een leuk hoogtepuntje.

De kleinste van allemaal – de Wintertaling

Wintertaling

Het was al laat, half twaalf ’s avonds, toen ik werd afgehaald van station Zuid. We waren nog maar even onderweg of ik zag dankzij het schijnsel van de koplampen, in het slootje naast de weg, vier hele kleine eendjes. Het was maar een flits, voordat ze weer door het duister werden opgenomen.

De volgende dag kon ik het toch niet laten; samen met zoon Tom op pad om te kijken of ‘ze’ er nog zaten. Het bleken Wintertalingen (Anas crecca) te zijn. Het kleinste Europese eendje.

Behoorlijk schuw en op de rode lijst. Met dank aan de jager.

Wintertaling
Wintertaling

Spetter Pieter Pater Aalscholver

Aalscholver

Gisteren samen met zoon Tom op jacht geweest in de polder. Kijken of er nog iets te schieten viel. Ik achter het stuur, hij achter zijn trots, een Canon met nieuwe zoomlens.

Zolang je in de auto blijft zitten is geen vogel bang voor je. Helemaal verkeersveilig waren we eerlijk gezegd niet, onze ogen waren overal, behalve op de weg. Gelukkig valt het aantal medeweggebruikers in de polder wel mee.


Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) zie ik altijd graag, ze liggen zo mooi diep in het water en hebben de uitstraling dat ze lang geleden ontstaan zijn en altijd zo gebleven – gewoon omdat er evolutionair niets meer te verbeteren viel.

Aalscholver

Onder ijs en NAP vissen

Reiger aan het vissen
Reiger aan het vissen
Reiger aan het vissen
Reiger met vis
Reiger met vis

Eigenlijk is elk commentaar overbodig. Deze Blauwe Reiger (Ardea cinerea) vertelt zijn eigen verhaal.

Eet smakelijk.

Maillardreactie op het strand

Veen op het strand

Het ziet er uit als een enorme brok teer, maar gelukkig is het gewoon veen. Hoewel, gewoon is misschien wat snel door de bocht, want hoe komt er nu weer veen op het strand?

Na de laatste ijstijd ontstonden er door de stijging van het (grond)water langs de kust grote moerassen. Het veenmos groeide hier goed en vormde in de loop van de tijd dikke pakketten veen. Zelfs het huidige Waddengebied was grotendeels een veengebied. Toen de zeespiegel verder steeg werd het veen overspoeld en begraven onder de huidige zeebodem. Als het uitspoelt dan kun je het weer terugvinden op het strand.

Dat genoemde veenmos maakt sphagnan aan, een stof met bijzondere conserverende eigenschappen. Deze stof is verantwoordelijk voor de kenmerkende bruinkleuring van veen, het gevolg van een chemische reactie tussen suikers en eiwitten. In de keuken is deze Maillardreactie bekend van het karamelliseren en het mooie bruine randje aan het gebraden vlees.

In het veen zorgt sphagnan voor het buiten werking stellen van allerlei enzymen, waardoor de afbraak stopt. Ik heb dan ook nog even zitten wroeten naar veenlijken, maar helaas.

Veen op het strand


Meer informatie over de organische chemie van veen op kennislink.

Een kleine Neushoorn

Neushoorn schilderij van Marijke van Marrewijk

Ze kunnen behoorlijke deuken in je auto rammen.
Hoewel, deze ramt nog geen deuk in een pakje boter.
Want hij is nog kleiner dan een A4-tje.

Het nieuwste schilderij van dochter Marijke; een Neushoorn.

Neushoorn schilderij van Marijke van Marrewijk

Dertig Grijze Zeehonden voor kust Hargen

Vanmiddag was bijzonder. We liepen het strand op bij Hargen en zagen al direct de mooie driehoekige koppen van een stuk of vier Grijze Zeehonden of Kegelrobben (Halichoerus grypus). Wat later telden we er zeker acht op die plek. Vervolgens liepen we over het strand in zuidelijke richting en tussen elke twee pieren die we tegenkwamen zagen we er zeker nog eens vier. In totaal schat ik minstens dertig.

Er zijn minder Grijze Zeehonden dan Gewone Zeehonden (Phoca vitulina) aan onze kust. Sinds de jaren tachtig komt in de Waddenzee een populatie van ongeveer 1000 dieren voor op Richel, een zandplaat tussen Vlieland en Terschelling.




Soms is het wel eens lastig te zien met welke van de twee soorten die voor onze kust voorkomen je te maken hebt. Als je twijfelt over de vorm van de kop, dan is er nog een mooi hulpmiddel; de neus. Zie je duidelijk twee gescheiden neusgaten, zoals op de foto hierboven, dan is het een Grijze Zeehond.



We spraken nog een man die vertelde dat hij ze al zag sinds afgelopen maandag. Het was mooi om te merken dat meerdere wandelaars enthousiast met elkaar aan de praat raakten over de zeehonden. Die beesten zelf waren vooral erg nieuwsgierig naar wat wij allemaal aan het doen waren. Voortdurend werden we in de gaten gehouden.

Een wederzijdse belangstelling, overigens.

Bergeend zonder kop

“Jammer dat zijn kop er net af is”, zei mijn dochter bij het zien van deze foto.
“En hij heeft ook geen poten”, vulde mijn echtgenote nog even aan.
“Die onderste is wazig”, wijst dochter nog even.

De familie Ramirezi bekeek mijn foto van twee Bergeenden (Tadorna tadorna) en hun spiegelbeelden, gisteren genomen bij het Balgzandpoldertje.

Schoonmoeder was er ook; “Wat grappig, die heb ik weleens uit een konijnenhol zien kruipen”.

Kijk; dat is nu iets dat ik wél leuk vind om te horen.

Zwaangans of Chinese Knobbelgans

Zwaangans

Het Balgzandpoldertje in Den Helder is een door Landschap Noord-Holland ontwikkeld binnendijks natuurgebiedje dat dienst kan doen als hoogwatervluchtplaats voor vogels vanaf het buitendijkse Balgzand. Vandaag liepen deze drie Zwaanganzen of Chinese Knobbelganzen (Anser cygnoides) er rond. Het zijn gedomesticeerde ganzen die oorspronkelijk thuishoren in Mongolië, China en Rusland.

Het leuke is dat zelfs Charles Darwin deze dieren al bestudeerde ten behoeve van zijn evolutietheorie. Helaas, op zijn verjaardag had ik ze nog niet gezien.

Zwaangans

Zwaangans

Over Koperwieken en Kramsvogels

Kramsvogel

Alleen al om de Koperwieken (Turdus iliacus) en de Kramsvogels (Turdus pilarus) ben ik gek op de winter. De liefde voor Koperwieken gaat zelfs zo ver dat ik er een schilderij van heb (Weenink) – ook daarop zitten ze heerlijk bol in de sneeuw.

Nu zie ik deze twee lijsters altijd gebroederlijk samen, dus toen ik de foto van Krampie op de schutting had geschoten besloot ik dat ik er pas een blogje van zou maken zodra zijn maatje Koperglans erbij kon.

Toen moest ik even weg, maar een uurtje later weer thuis bleek zoon Tom de ontbrekende schakel al gefotografeerd te hebben. Alleen was het hem nog niet opgevallen dat het een andere was dan die ik had gekiekt.

En dat alles gewoon in onze eigen tuin.

Kramsvogel
Koperwiek