De legendarische zeeslang – Megophias megophias

Megophias megophias

"Maar niet alle verhalen van de "zeeslang" kunnen het verschijnen van een groote Cephalopode tot grondslag hebben. In het reeds genoemde boek van Oudemans zijn alle op het legendaire monster betrekking hebbende rapporten (in het geheel 162, sinds 1522) uitvoerig besproken en toegelicht.

Megophias megophiasDaaruit blijkt, dat sommige berichten zoo duidelijk zijn, dat wel niet redelijkerwijs aan het bestaan van een zeer groot dier (en wel geen reusachtige inktvisch) in den oceaan getwijfeld kan worden. Onze landgenoot komt tot het resultaat, dat dit bewuste dier inderdaad geen "slang" moet zijn, maar een zeer in de lengte gerekt, langhalzig zoogdier tot de zeehonden behoorend; hij gaf aan dit dier den wetenschappelijken naam Megophias megophias (fig. 218), verwant met het langstaartige fossiele genus Zeuglodon.

De berichten, die ontwijfelbaar op zulk een kolossalen zeehond betrekking hebben, spreken van een ronden kop met groote ogen, een langen bewegelijken hals en een soort van manen op hals en rug."

Dr. J.J. Tesch, Het leven der Zee, Wereldbibliotheek (1920).
(Door buurman op zijn werk voor mij gered uit de vuilnisbak).

Het is niet waar; messing bikkels !

Messing bikkels

Wat kan het toch grappig zijn om te bloggen.

Gisteren heb ik echte harde bikkels ons aller blog ingeschoten. De meesten bloggenoten hadden er wel eens van gehoord, maar er nog nooit één gezien.

Toen reageerde Thera; “Ha, ik heb er nog een stuk of tien. Van messing. Ze zijn van mijn moeder, zij heeft er tot in de Tweede Wereldoorlog mee gespeeld. Eerst in Indië, misschien ook nog hier. Nu kunnen we samen spelen, maar je moet er wel heel handig voor zijn.”

Messing bikkels en pixel bikkels

We spraken af om allebij te gaan oefenen, waarna ik er verder niet meer bij stilstond.

Totdat zojuist mijn vrouw het doosje open maakte waar de bikkels in zaten en er vreemde messing gevalletjes uithaalde, samen met een kroontjespen. “Wat zijn dit nu weer voor dingen ?”, vroeg zij zich hardop af. Ze legde de kroontjespen op zo’n messing gevalletje. “Misschien om je pen op te leggen ?”

Toen dacht ik aan Thera en ging er een lichtje branden.

Muuske me floo,
Ze bite me zo,
Bijt ze maar weer
Smijt er ‘en gouden bikkeltje neer.”

Echte harde bikkels

Bikkels

Kijk nu eens wat ik op de zolder bij mijn schoonmoeder vond.

Echte bikkels.

Ruim voor mijn tijd en ruim voor de tijd van Halo 3 werd daar mee gespeeld door de kinderen.
En als ik zeg ruim, dan bedoel ik ook ruim. De bikkelende kinderen zijn al te zien op Griekse vazen. Het schijnt dat het spel door de Romeinen in ons kikkerlandje terecht is gekomen.

Bikkels

Zelf spelen wordt wat moeilijk, want ik heb maar twee bikkels en je hebt er vier of vijf nodig. 

Meestal komt het er op neer dat je ze op bepaalde manieren opgooit en weer vangt.
De verschillende spelletjes hebben namen als; "enen, tweeën, enzovoorts", "zaaien", "maaien", "onder de brug", "stallen" en "Pad in het gat". Daar heb ik dus gezien mijn leeftijd verder geen verstand van, maar misschien heeft Kees het nog gespeeld ?

Uiteindelijk zie je ook hier weer dat alles biologie is; een bikkel is botje, namelijk het sprongbeen van een schaap.

Bikkels

Zwart Willemijntje
zat achter ´t gordijntje
zij waste haar hand met water af
zij droogde ze aan den handdoek af
zij nam er één van de tafel af

Anne de pop, ik raap je op
Anne de peer, ik leg er één neer
Moeder de vlo, die bijt mij zo
Die bijt me zeer, 
ik leg er één neer.
ik bouw een huisje
van kalk een kluisje
van kalk en steen
daar gooi ik een bikkel heen

Ook vanavond: Lekker gegeten uit eigen tuin

Eten uit eigen tuin

De linker- en de rechterlong

Vrouwelijk TorsoToen het klasje binnenkwam stond de torso al klaar. Als jullie beginnen te lezen, haal ik net de linker en de rechter long er uit.

"Oké, deze organen kennen jullie vast wel, dat zijn de longen. Maar die hebben we natuurlijk niet voor niets, die dingen dienen ergens voor. Wie denkt dat hij weet waarom we longen hebben ?"

"Om te ademen ?"

"Prima, dus we zeggen dan dat de functie van longen ademhalen is. Wat halen de longen bij dat ademen eigenlijk uit de lucht ?"

"De longen ademen zuurstof in en stikstof uit."

"Bijna, het klopt dat longen  zuurstof in ademen, maar stikstof adem je evenveel in als uit."

"Waarom noemen ze het dan stikstof ?"

"Misschien omdat je stikt als je alléén stikstof inademt, want je hebt wel zuurstof nodig. Als je nu goed kijkt dan zie je dat de linker- en de rechterlong niet even groot zijn. Wie kan verzinnen waarom dat is ?"

"Nou, er is één long voor je linkerneusgat en één long voor je rechterneusgat."

"Leuk verzonnen ! Maar dat is ‘m niet."

"Een long voor door je neus en een long voor door je mond te ademen ?"

"Nou, dat lijkt een beetje op de vorige, maar dat klopte niet. Wie denkt iets anders ?"

"Je hebt één long om in te ademen en één long om uit te ademen."

"Als dat zo zou zijn dat wordt die inadem long steeds groter, dus dat kan denk ik niet."

"Je longen ademen om de beurt ?"

"Nee ook niet. Maar misschien moeten jullie nog eens goed naar het torso kijken, wat zie je nu de longen er uit zijn ?"

"Het hart."

"Precies, dus…"
 
"De linkerlong is kleiner omdat daar ook het hart zit !"

"Helemaal juist, dat vind ik nou zo super aan jullie, door met z’n allen na te denken komen jullie zo op het antwoord."

"Wat zijn jullie toch een goeie klas…"

Kopjes-bekermos – herkenbare vormen

Kopjes-bekermos

Ze hebben wel iets wel van miniatuur watertorentjes; de vormen van deze korstmos zijn bijna menselijk industrieel. Alleen zijn het dan schaalmodellen, want hoger dan een centimeter of twee wordt het Kopjes-bekermos (Cladonia fimbriata) niet.

In dit geval zie je aan de onderkant van de steeltjes ook mooie schubjes, alsof het bekermos zelf weer overwoekerd wordt door een ander korstmos.

O ja, de vorm.

Of het nu een kopje, een beker, een urn, een trechter of een watertoren moet zijn, ik ben d’r nog niet uit.

Gaat er iets mis op het volkskrantblog ?

Help !

Vanochtend ontving ik een mailtje van Cees in Cambodja.
Hij kon zijn eigen blog niet meer in.

Ik heb er snel een mailtje over gestuurd naar Geert-Jan.

Het is nu een uurtje later.

Net kreeg ik een mailtje van de Stripman.

Die had de roep om hulp van Cees ook ontvangen.
Maar bleek zelf ook zijn blog niet meer in te kunnen.

Wat gaat er fout ?

Het leven van een artiest (en zijn chauffeur)

De glitter en de glamour van de musical Ciske de Rat – dat weten jullie nu wel. Vandaag duiken we wat meer achter de schermen. Wat betekent het in de praktijk om in zo’n musical te zitten ?

Het zijn lange dagen als je een voorstelling speelt. Vanavond speelt hij weer in Apeldoorn.

14:30 uur – Om half drie ’s middags stappen we in de auto, want om vier uur vertrekt de bus met de kindercast uit Amsterdam en je wilt niet te laat zijn. Nadat ik Tom heb afgezet rij ik weer terug richting Julianadorp. De kinderen krijgen in Apeldoorn te eten. Meestal patat of pizza, de gezonde dingen lusten ze immers niet. Het is ze gegund. Vanavond komen vrienden uit Zwolle naar de voorstelling kijken – dat maakt het nog leuker; misschien zien ze elkaar nog even.

23:45 uur – Na de voorstelling vertrekt de bus vanuit Apeldoorn weer richting Amsterdam. Hetzelfde doet chauffeur Ramirezi vanuit Julianadorp. De planning is om dat om kwart over elf te doen, maar in de praktijk loopt het wel eens uit.

00:45 uur – De dertiende oktober was hij om kwart voor één weer in Amsterdam. Ze hadden lekker liggend een video gekeken; ruimte zat met maar zeven kinderen in een volledige tourbus.

“Was het leuk ?”
“Ja, hartstikke.”
“Mooie roos heb je gekregen zeg.”
“Ja.”
“……    ”
“Pap ik ga achterin liggen hoor..”
“Prima, probeer maar wat te slapen.”

Na vijf minuten is hij volledig vertrokken.

01:43 uur – We zijn weer thuis. Ik heb de laatste kilometer de radio hard aangezet, als wekker.

Maar Tom maft lekker door.

Rode heidelucifer – niet van deze wereld

Goed, de wetenschap is het er redelijk over eens dat er ergens in ons heelal ook nog ander leven voor moet komen. We zijn niet alleen, dat is een kwestie van kansrekening. Maar hoe dat leven er dan uit ziet ? Daar gaan de heren en dames van mening verschillen.

Toen ik van de week deze Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) tegenkwam wist ik het; deze korstmos, een symbiose van een schimmel en een alg, is niet van deze wereld.

Na die eerste opwelling toch nog even wat verder gedacht. Korstmossen hebben nauwelijks voedingsstoffen nodig en kunnen die vaak uit het stof in de lucht halen. Ze overleven jarenlange perioden van uitdroging. Ze kunnen iets dat bijna geen enkel organisme kan; overleven in vacuüm. Zelfs de brandende UV-straling in het heelal krijgt ze niet kapot.

Rustig blijven medebloggers, ik bel nu de NASA.

Toos is de waakhond van de buurt

Het flatje van Toos ligt precies op de hoek, met een prachtig uitzicht op het station en het plein. Op dat plein bivakkeren nogal eens zwervers. Die zitten daar onder het oog van Toos zichzelf de hele dag lekker vol te gieten met alcohol.

Die alcohol heeft na verloop van tijd een bekend effect; de zwervers moeten daar vreselijk van plassen. Bij gebrek aan een toilet gebeurt dat in de bosjes – niet bepaald fris, vindt Toos. Maar er is nog een probleem; de mannen hebben ook nog honden. Alcohol en honden, dat blijkt problemen op  te leveren.

Zo zag Toos vorige week vanuit haar flatje dat een zwerver zijn hond met de halsband op zo’n manier aan de bank had vastgemaakt dat het arme diertje alleen maar op zijn achterpoten kon staan. De kerel zelf lag op diezelfde bank zijn roes uit te slapen. Snel maakte Toos plakjes worst voor het dier en samen met een collega-oma uit de flat, die gewapend was met een bakje water, stapten ze op de zwerver af.

“Hé man, je moet eens wat beter voor je hond zorgen !” Ruw stompten de beide oma’s de zwerver wakker. Die stamelde, helemaal onder de indruk van de 140 jaar aan levenservaring die voor hem stond, nog iets dat hij zijn hond altijd braaf te eten gaf. Dat mocht niet baten, want hij werd vervolgens hardhandig gedwongen het arme diertje direct uit zijn strop te bevrijden. Het diertje plaste van pure opluchting en dankbaarheid het meegebrachte bakje water nog wat voller. Daarna begon hij aan het lekkere stukje worst van Toos.

Het tweede hondenincident was wat heftiger. Eén van de twee betrokken honden was zo’n vechtmachine. Bij de ruzie met zijn soortgenoot beet hij het andere diertje zo gemeen dat het kop-velletje van het slachtoffer er los bij hing. De eigenaar gooide de vechtmachine vervolgens kwaad in het water van de fontein op het plein. Toos vloog de flat al weer uit, gewapend met haar lekkere stukjes worst. De politie was ook net aangekomen en sommeerde Toos zich er niet mee te bemoeien, tevergeefs uiteraard. Zo zaten ook deze twee honden uiteindelijk onder het genot van een lekker stukje worst van de schrik te bekomen.

Het gebrek aan een toilet deed zich gisteren trouwens ook gelden voor wat betreft de grote boodschap van een bezopen zwerver. Na het verzenden van zijn bruine e-mail kwam hij de bosjes uit met zijn broek nog op de knieën. Die kreeg hij met zijn promilage niet meer ophoog. Opgewonden zag Toos zijn “ding” vrolijk bungelen en prompt werd de oma telefoonketen in de flat opgestart.

Zodat enkele minuten later alle flat-oma’s likkebaardend achter de ramen stonden te kijken naar de half blote stumper op het plein.

Met zijn lekkere stukje worst.