
Terwijl ik bij de deur naar de binnenkomende leerlingen kijk, gaat er achter me in de klas ééntje tegen de vlakte. “Meneer, Timo ligt op de grond”, roept een meisje. Nu moeten jullie weten dat Timo eigenlijk altijd wel iets heeft. Eigenlijk ben je meestal de hele les met ‘m in de weer. Dus in eerste instantie is mijn vermoeden dat het een geintje is.
Als ik kijk ligt hij wat vreemd tussen de tafeltjes.
“Timo, wat is er aan de hand ?”
Geen reactie.
Ik tik hem stevig op zijn wangen.
Nog steeds geen enkele reactie.
Wat me opvalt is dat hij nogal warm is en dat zijn ogen voortdurend knipperen, zonder dat ze echt open gaan.
Misschien een epileptische aanval ?
Ik waarschuw een collega. We leggen hem in de stabiele zijligging. Hij is niet groot maar heeft hele zware armpjes en beentjes, blijkt nu.
Een paar leerlingen zeggen dat hij suikerziekte heeft.
Daar weet ik niks van, maar voor de zekerheid wordt zijn dossier gecheckt.
Een collega belt ondertussen de ambulance en zijn ouders, we nemen het zekere voor het onzekere.
Zijn medicijnen liggen klaar in een ander lokaal zeggen een paar leerlingen.
Als ik ze vraag om die op te halen komt er even later een collega met wat pillen.
Ritalin tegen ADHD zo blijkt. Die zijn niet nodig; Timo is zo al rustig genoeg.
Voor het eerst trouwens.
Dan zie ik dat maar liefst drie van zijn klasgenoten met hun mobieltjes het hele gebeuren aan het filmen zijn. Er ligt een klasgenoot bewusteloos en dan is dat natuurlijk je prioriteit. Vanavond is Timo de ster op YouTube, schiet het door mijn hoofd. Daar word ik behoorlijk pissig van. Ik maak vrienden voor het leven door de drie mobieltjes vlak voor een lang weekend in beslag te nemen.
De klas wordt naar de aula gestuurd, een paar collega’s en ik blijven bij Timo achter.
In de verte hoor ik, voor mijn gevoel eindelijk, een ambulance naderen.
We hebben ondertussen een doekje met ijskoud water in zijn nek gelegd.
Timo opent langzaam zijn ogen.
“Weet je waar je bent Timo ?”, vraagt een collega.
“Nee…”
Hij klinkt verward en is moeilijk te verstaan.
De twee ambulanceverpleegkundigen komen binnen.
Ze stellen Timo een aantal vragen en bekijken hem eens goed.
Ze horen het allemaal professioneel aan.
Timo klaagt over zijn benen en armen; die voelt hij niet meer.
“Ga maar even zitten”, zegt de broeder dan ineens.
“Dat kan ik niet”, sputtert Timo krachteloos tegen.
“Ja wel hoor, je gaat nu rechtop zitten, je zult zien dat het wel kan.”
Timo gaat rechtop zitten.
De broeder vraagt of wij even het lokaal willen verlaten, zodat hij even met Timo onder vier ogen kan praten.
Later hoor ik dat Timo tijdens dat gesprek weer onderuit gaat.
Maar dat de broeder hem toen flink in zijn nekspier kneep.
En bleek dat Timo eigenlijk toneel speelde.
Dat knipperen met zijn ogen ?
Gezien in een film.
Timo bleek aandacht te kort te komen en een echt acteertalent te zijn.
Maar de blauwe plek in zijn nek is een duidelijk bewijs dat hij vandaag wel aandacht kreeg.
Bedankt, mannen van de ambulance….
Recente reacties