Koetjes te water !


Ik weet niet wat jij voor gevoel krijgt van koeien, maar ik hou van ze !

Lakenvelders, Schotse Hooglanders, Blaarkoppen, Limousin of de gewone Fries….
Ze hebben iets gezelligs, iets warms.
Als je wel eens in een echte ouderwetse potstal bent geweest dan weet je vast wel wat ik bedoel.
Koeienpoep ruikt voor mij lekkerder dan dure parfum.
Toch gaat dit verhaaltje niet over die koetjes.

Kijk maar naar mijn fotootje; ’t is een vissie !
De Coridoras agasizzi, als ik mijn visboer mag geloven.
Maar weet je wat zo bijzonder is ?
Deze visjes grazen de hele dag over de bodem.
Meestal doen ze dat in groepsverband, dus met z’n vijven, al over elkaar heen buitelend.
Ze zijn daar ook heel geschikt voor; aan de onderkant zijn ze plat.

Aan het einde van de dag hebben ze genoeg gehad.
Dan liggen ze gezellig met z’n vijfjes bij elkaar.
Net alsof ze aan het herkauwen zijn.
Zo eens in het kwartier gaan ze even naar boven voor een hapje lucht.

Op hun wangen hebben ze een gezonde blos.
Niet omdat ze verlegen zijn.
Nee, meer omdat ze zo hard aan het werk zijn geweest.
Daar krijgen ze het warm van….

Tot slot hebben deze vissen iets heel bijzonders.
Ze knipogen naar hun baasje Ramirezi.
Nu zul je zeggen; wat een onzin, vissen hebben geen oogleden !
Toch lijkt het zo.
Deze visjes kijken zo nu en dan heel snel naar beneden.
Daardoor lijkt het net alsof ze knipogen !

Door hun gedrag zijn wij deze vissies al snel onze koetjes gaan noemen.
Terecht toch zeker ?

Spooklicht (4)

Toen ik de foto nam voor spooklicht (3) toen was het eigenlijk al wat donkerder.
Beoordeel zelf maar welke je het leukste vindt !
Niet helemaal hetzelfde maar toch; geïnspireerd door plek !

Spooklicht (3)

Deze blog wordt helemaal in Zwolle gelezen.
Dat spooklicht wilden ze ook wel eens zien.
Dus in de auto richting Den Helder.
En ’s avonds met z’n allen naar ’t strand.
Je ziet het.
’t Gas is nog steeds niet op.

Spooklicht (1)

Spooklicht (2)

Vuurwerk in de voorverkoop

De twee Ramirezi jongetjes  zijn al weken onrustig.
Sinterklaas en kerst vielen nog wel mee.
Maar nu komt het echte werk; er moet vuurwerk aangeschaft worden.
Al weken lang wordt de postbus angstvallig in de gaten gehouden.
Zodra er iets in de bus wordt gedaan dan wordt er gelijk gecontroleerd of er vuurwerkfolders bij zijn.
Er wordt danig vergeleken en gerekend.

Uiteindelijk is de keuze gemaakt.
Als je in de voorverkoop besteld, dan krijg je er ook nog gratis pijlen bij, ontdekken ze vervolgens.
Dat lijkt de mannen wel wat.
Alleen blijkt dat de gratis pijlen groeien als de bestelling groter wordt.
En zo groot is het te besteden bedrag nu ook weer niet.
Een vriendje wordt gebeld.
Hij doet mee, waardoor de gratis pijlen groter worden.
De bestelformulieren worden ingevuld en gaan naar het vriendje.
Die zal samen met zijn pa het spul bestellen.
Toen werd het stil.

Afgelopen week vroeg ik aan de mannen of er al was besteld, het zal toch wel op tijd ingeleverd moeten worden.
Daar moest ik me maar niet mee bemoeien.
Dat hadden ze prima voor elkaar.
Alles kon tot de laatste dag ingeleverd worden.
Ik adviseerde de mannen om het nog maar even na te gaan, omdat dat me sterk leek.
Uiteindelijk bleek op 27 december de uiterste inleverdatum 25 december te zijn.
Weg extra vuurpijlen.

Vandaag zijn we dus bij het tuincentrum vuurwerk wezen kopen.
Als we bij de voorkant van het tuincentrum aankomen ziet de jongste Ramirezi borden vol vuurwerk staan.
“Daar moeten we het kopen !” roept hij.
“Welnee, dat zijn voorbeelden van wat er te koop is, we moeten naar de vuurwerkkluis.”

In de kluis aangekomen wordt het verlanglijstje ingeleverd.
Bij de kassa blijken een aantal zaken duurder dan op de lijst staat.
“Dat komt omdat op deze lijst de voorverkoopprijzen staan”, legt de verkoopster aan de mannen uit.
“Zie je nu wel dat we beter aan de voorkant hadden kunnen kopen !”, roept de jongste Ramirezi boos tegen zijn broer…..

Ondertussen snappen ze allebei wél wat wordt bedoeld met voorverkoop.
Volgend jaar gaat het vast beter.
Als het ze extra geld kost, dan onthouden ze het wel.

En we noemen hem;

Toen ik een tijdje geleden aan dit blogje begon noemde ik het “Denklessen”.
Gewoon omdat ik toen net aan een cursus was begonnen met die naam.
Maar ik noemde mijn alias naar het nieuwsgierige antennebaarsje; Ramirezi.

Rondkijkend bij mijn collega bloggers zie ik veel meer consistentie in de naamgeving.
Denklessen klinkt ook wat bevoogdend.

Vandaar dat nu alles Ramirezi heet.
En niet repelsteeltje….

Kind te koop

Met kerstmis ‘schuift’ oma altijd wat geld richting kinders en kleinkinders.
Vanmiddag ben ik dat maar even gaan storten.
Het is en blijft hier een dorp, dus storten doe je bij de postbank in de Bruna.
Er zitten twee gezellige kleppen achter de toonbank.
De beide dames gaan unisex gekleed in een blauwe bruna-sweater.
De uitstraling is; wie doet me wat…..

Als je in de rij staat dan kun je alles prima volgen.
De beide dames zijn niet zo lekker.
En ze zijn zeer benieuwd wat er zou gebeuren indien ze zich allebei tegelijk ziek melden.
De mevrouw voor mij in de rij is aan de beurt.
Zij heeft een stapeltje papieren en geeft hieruit een formulier af.
“Nee hoor !”
“Dat doen wij hier niet, daar zijn we véél te hoog voor opgeleid !”
De mevrouw mompelt iets onduidelijks en druipt af, samen met haar formulieren.

Dan ben ik aan de beurt.
“Ik wou dit bedrag graag storten op eigen rekening.”
“Nou, snap jij dat nou, wéér eentje die geld komt storten”, zegt de ene.
“Ik snap er niks van, deze tijd van het jaar heb ik juist altijd extra geld nódig”, zegt haar buurvrouw.
“Nou ik heb net een kind verkocht”, zeg ik met een ernstig gezicht.
“Wat weinig, een kind is toch veel meer waard !”
“Ja, maar doordat ik nu een kind minder heb, bespaar ik ook op een hoop kosten.”

“Weet je, bij ons op het dorp was een echtpaar dat geen kinderen kon krijgen”, zegt de ene samenzweerderig.
“Toen ik net was bevallen, telde die man zo 20.000 gulden neer op tafel.”
“Maar ik heb het niet gedaan hoor.”
“Je weet natuurlijk niet alles van te voren”, zegt ze er een beetje spijtig kijkend achteraan.

Ze geeft mij het stortingsbewijs en ik ga nog even bij de boeken kijken.
“Nu zou ik het wel weten”, roept ze me nog na.
“Maarja, ik kan geen kinderen meer krijgen !”

Ik lach wat en duik achter een schap.

Nog even een luchtje scheppen

Het is nu vijf voor drie, eerste kerstdag.
We zijn net terug van even een luchtje scheppen.
Dat deden we niet alleen.
Nog veel meer mensen lieten hun kinderen nog even uit.
Of hun paard.
Een enkele hond.

Zometeen gaat iedereen beginnen aan het kerstmaal.
Dan is het wel zo lekker als je nog even uitgewaaid bent.

In Julianadorp is dat niet zo moeilijk.
Hier waait het altijd.
Maar het is ideaal.
Even naar het strand lopen en terug.
Je hoofd even leeg maken.
En je maag natuurlijk.

We zijn er helemaal klaar voor…..

Do the DoDo

Gisteravond op het acht uur journaal een heuglijk feit; er waren voor het eerst sinds 1920 weer botjes gevonden van de Dodo. Hoe het precies verteld werd staat me niet helemaal meer bij, maar het kwam er op neer dat de Dodo is uitgestorven omdat zeeschepen die bij het eiland Mauritius aanlagen natuurlijk ook ratten aan boord hadden. En die ratten lusten natuurlijk graag een eitje….

Het hypocriete is dat toch echt algemeen wordt aangenomen dat het de Nederlanders (VOC) waren die verantwoordelijk zijn voor dit uitsterven. Nu is het natuurlijk ook niet iets waar we trots op moeten zijn, maar waarom verzwijgt het journaal dit ?

De Volkskrant komt vanmorgen met een eerlijker verklaring;
De dodo, die alleen op Mauritius voorkwam, werd in de zeventiende eeuw uitgeroeid nadat de westerse mens (in de vorm van Nederlandse zeelui) voet aan wal had gezet op het Afrikaanse eiland. De hulpeloze vogel, die met zijn hele kleine vleugeltjes nauwelijks kon vliegen, werd door de zeelieden massaal geslacht. Ingevoerde varkens en apen deden zich tegoed aan eieren en jongen.

Als bewijs bijgaand een nageschilderde houtgravure uit het scheepsjournaal van Willem van Westzanen (bron: Noorderlicht). Titel van deze gravure:

Nederlandse zeelieden knuppelen Dodo’s dood op Mauritius.

Nailstudio kliederen maar

Eigenlijk heb ik niet zoveel met nagels.
Vroeger beet ik erop.
Dat duurde totdat ik naar een militaire keuring moest.
“Als je nagels bijt, dan word je afgekeurd”, zei iemand.
Er werd me inderdaad gevraagd om mijn nagels te laten zien.
Jammer dan, die waren tegen die tijd keurig geknipt.
Nooit meer nagels geknabbeld, daarna.

Als ik iemand zie met gelakte nagels, dan moet ik altijd aan mijn moeder denken.
Die heeft ook altijd gelakte nagels.
Als je maar lang genoeg je nagels lakt, dan moet je er wel mee doorgaan.
Want je nagels blijken er niet echt mooier van te worden, zo onder die lak.
Ik zat als kind altijd met verbazing te kijken naar de nagellak ceremonie.
Twee keer lakken en dan maar blazen – de vingers wijd gespreid.

Maar goed, eigenlijk zie je steeds minder gelakte nagels.
Past niet meer zo goed in de huidige tijd.
Het heeft geen sportief imago.
Je kunt er moeilijk mee aan het toetsenbord werken.
Hoeveel bloggers die dit lezen zouden nagellak op hebben ?

Op school hebben wij elk jaar een kerstmarkt.
Daar proberen de leerlingen geld in te zamelen voor een goed doel.
Meestal is daar wel een nagelstudio bij.
Normaliter hebben wij jongetjes geen nagellak op, maar voor het goede doel mag het.
Het is een kleine moeite en je hebt er een jaar plezier van.
Zolang blijven leerlingen het er over hebben.
“Hij is toch niet vanneuh……”
“Nee man, hij heeft drie kinderen !”

Ik laat altijd mijn twee duimen doen.
Je mag zelf kiezen welk patroontje je wilt.
Vorig jaar zei een collega; “He, je kunt aan jouw nagels zien dat je biologie geeft !”
Dat leek me wat overdreven, totdat ik mijn biologie-collega tegenkwam.
Die had inderdaad voor hetzelfde patroon gekozen !

Dit jaar wou ik niet stereotiep zijn.
Het werd rood met blauwe sterretjes.

Spooklicht (2)

Vragen jullie je wel eens af wat er waar is van wat ik zoal op dit blogje zet ?
Alles natuurlijk !
Maar ik heb nu wel een bewijsje voor mijn stukje spooklicht.
Zie bijgaand stukje uit het Noord-Hollands dagblad.
In stad- en streek was trouwens geen verdere informatie te vinden.
Julianadorp hoopt maar dat we niet zo gaan zakken zoals Groningen.