
Weer te laat. Als ik thuiskom is de familie al aan de maaltijd begonnen. Ik schuif snel aan.
Dochterlief is achter haar dampende bord bietjes aan het woord. Ze had in haar toetsweek op één dag vier toetsen en presteerde het om op alle vier die toetsen te laat te komen.
Terwijl mijn bloeddruk stijgt gaat ze door met haar verhaal; met de nodige smoezen lukte het haar toch nog bij meneer Ademnaar naar binnen te komen. Ze kwam gelijk bij het lokaal aan met een negertje, maar die mocht er niet meer in. Dat vond mijn dochter dus erg onrechtvaardig. Terwijl ze dapper meneer Ademnaar hier op aansprak, glipte het negertje stiekem toch naar binnen. Hij verstopte zich met zijn sinaasappel achter een schooltas. Waarom dat fruit er ineens bij kwam ontging me een beetje, maar helaas zag meneer Ademnaar hem zitten. De kleine moest alsnog de klas uit.
Ondanks de vaste verwijten dat ik niemand uit laat praten vond ik het nu toch echt tijd om me er mee te gaan bemoeien; "Natuurlijk ziet meneer Ademnaar dat, je kunt je toch niet verstoppen achter een schooltas!" Dochter zucht; "Natuurlijk wel, dat negertje was maar net iets groter dan zijn sinaasappel."
"Euh?"
Ze lost mijn vraagtekens op met de zelf verzonnen verklaring van haar droom; dat ze overal te laat kwam voor de toetsen was natuurlijk haar faalangst. Het kleine negertje zat nog in haar hoofd omdat zij als vierjarige eens heeft gezegd dat ze donkere mensen eng vond, wat haar door haar ouders nog steeds wordt nagedragen. Tot slot kwam de oranje sinaasappel er bij door de verschrikkelijke gebeurtenissen op Koninginnedag. Voor het gemak schetst ze nog even snel op een blaadje hoe ons donkere landgenootje eruit zag.
Volgende keer ben ik gewoon op tijd als we gaan eten.
Recente reacties